Ik vond mezelf heel grappig toen ik de link naar de vacature voor een boswachter op Texel naar haar appte. ‘Echt iets voor jou’, zei ik nog. Als grap dus. Een uur later had ze de sollicitatiebrief al verstuurd. Voor het eerst, maar meteen met een volkomen andere blik las ik de vacaturetekst minutieus door en dacht bij elke zin en bij ieder woord: ‘jij kunt dit, jij bént dit’.
Samen praten over de ‘wat als’ in relatie tot een potentiële nieuwe baan als boswachter is één, maar die ene toevoeging, dat kleine zinnetje onderaan was twee. ‘Standplaats Texel’ is natuurlijk fantastisch als je boswachter wilt worden op Texel en als je op Texel wóónt. ‘Ik moet eerst nog maar zien of ik word uitgenodigd’, zei ze. ‘Natuurlijk word je dat’, antwoordde ik. En dat werd ze. Ze was uitgenodigd voor het eerste -en meteen ook tweede- sollicitatiegesprek. Dat er daarna nog eens vier gesprekken zouden volgen, wisten we toen nog niet. We bleven vooral mijmeren over ons gedroomde leven op Texel, net zoals we dat altijd over Samos deden als we daar waren. Ook leuk.
Een paar weken eerder waren we op huwelijksreis naar Corsica. ‘Wij houden echt van eilanden he’, zeiden we op het strand. Texel, Cuba, Samos, Corsica en de andere waddeneilanden, de overeenkomsten liggen meer voor de hand dan je denkt. Natuurlijk is er altijd de zee, zelfs als je hem even niet ziet (en ik dus er nooit echt kan verdwalen). Je kunt er niet zomaar op elk moment vanaf waardoor er een ultieme vorm van berusting ontstaat. Vertrekt de boot later omdat het stormt of omdat de waterstand te laag is? Niets aan te doen, het getij wacht op niemand. Er is rust, ruimte en een traag besef dat de dagen er net iets langzamer voorbij glijden. Eilanden kennen geen einde of begin, en elk begin kan eindeloos zijn. Ik lijd aan een ongeneeslijke vorm van nesofilie: eilandliefde.
Nog geen drie maanden na onze trouwdag hoorde ze dat ze was aangenomen en kwam het er echt op aan: lieten we wetten en praktische bezwaren in de weg staan tussen onze dromen? Zo waren we toch niet getrouwd?
‘Is dit echt wat je wilt?’
‘Ja, maar wel samen.’
‘Dan gaan we dat doen.’
Gisterenavond nam ik alleen met de kinderen de boot weer terug. Ze ging niet mee naar de haven en we namen afscheid op het bungalowpark van Oosterend om Titanic-achtige toestanden te voorkomen (‘No! Not without you!’). Bootje zes namen we, en eigenlijk voel ik me nog veel te veel een ‘overkanter’ om het over ‘bootje zes’ te hebben als ik gewoon met de boot van zes uur ga. Maar toch, vandaag in de file op de A10 werd ik overspoeld door een fijne vorm van vertrouwde weemoedigheid bij de gedachte aan de Teso-mevrouw die me over een week weer vertelt ‘dat we Texel naderen’, daarna nog wat huishoudelijke mededelingen doet en nu ook een beetje voor mij afsluit met ‘En Texelaars…welkom thuis’.
[Wordt vervolgd]
En de rest is geschiedenis……jullie leven zit volgens mij vol verassingen.