Vandaag kwam ik je tegen, maar jij zag mij niet. Dat geeft niet. Jij hoeft mij niet te zien, ik moet jou zien. Ik wilde iets tegen je zeggen en je vertellen dat je er fantastisch uitzag, nou ja: laat ik niet liegen: je zag er anders uit.
Ben je afgevallen? Je was onherkenbaar. Natuurlijk herkende ik je ergens wel, je bent tenslotte mijn leven. We zijn al 43 jaar samen.
Maar wat ik wil zeggen…Lief Leven, je zag eruit alsof je veel aan je hoofd had, met 60 kilometer per uur in je Fiat Punto de parkeerplaats van de supermarkt oprijden, dat ben jij niet. (Trouwens, hij maakte nogal een vreemd geluid die auto van je, misschien moet je daar even naar laten kijken).
Ik zag je achter het stuur zitten en je was…ouder, misschien? Welk woord zoek ik? Je was…grijzer. Niet ‘grijs’ als in grijs haar, maar genuanceerder. Minder zwart-wit.
Ik volgde je de supermarkt in. Je zag mij niet. Natuurlijk zag je mij niet. Jij moet het grotere geheel in de gaten houden. Ik ben niet helemaal op de hoogte van je functieomschrijving als mijn leven, maar ik weet dat het mijn taak is om op jou te letten –niet andersom.
Toen je het winkelwagentje door de Albert Heijn duwde en af en toe stopte om de hoeveelheid calorieën te vergelijken in pure chocolade, wijn en BonBonBloc, zag ik je gespannen, afhangende schouders, je stijve nek. Je hebt overduidelijk veel aan je hoofd.
Ik stond vlak achter je, raakte bijna je rug aan en wilde je zeggen dat je rechtop moest staan. Buik in, borst naar voren, bekken kantelen. Ik wilde je graag zeggen dat je prachtig bent in al je grijs, hoewel het waar is dat alle grauwheid die je nu voelt het eenvoudiger maakt om door schaduwen heen te lopen, nauwelijks zichtbaar. Ik weet dat je niet altijd gezien wilt worden.
Het is moeilijk, soms, om gezien te worden.
Ik wilde je niet storen. En dus sloop ik stiekem achter je aan en probeerde ik mijn vinger te leggen op de verandering in jezelf. Het is niet alleen de grauwheid. (Je hebt een geweldige lach trouwens. Aanstekelijk en vol overgave. Dat je het maar even weet).
Natuurlijk maak je je zorgen. Er zijn mensen die je niet begrijpen, lief Leven. Ze zijn teleurgesteld in je keuzes, je rare levenspad en in je tekortkomingen -die na al die jaren maar geen kwaliteiten lijken te worden.
Soms zijn de mensen boos en teleurgesteld. Dat weet ik. En ik weet dat jij dat heel erg vindt. Dat het je echt verdrietig maakt. En ook bang, omdat je denkt dat je door de mand valt en uiteindelijk de meeste mensen weer zult verliezen.
Lief leven, je bent menselijk. Natuurlijk maakt dat je verdrietig. Je bent echt, je bent niet feilloos en soms doet het leven pijn.
Je bent aan het groeien en je bent nog lang niet uitgegroeid. Je bent niet getransformeerd, je weet nog steeds niet je hoe helemaal in het ‘Hier en Nu’ moet leven. Je bent Gandhi niet. Of de Dalai Lama, en je bent zeker geen Eckhart Tolle.
Even wat advies van een goed bedoelende vriendin die van je houdt: koop alsjeblieft niet al die boeken van Eckhart Tolle over al die ‘pijnlichamen’ van mensen die hun misère van zich af kunnen laten glijden als een overbodige winterjas op de eerste warme lentedag, áls zij dat al kunnen; jij probéért het alleen maar.
Je leert nu dat je je eigen weg moet vinden, een logische weg die goed voelt. Als jij liever eerst door het gangpad met wijn en chips loopt om daarna terug te gaan naar de groenten: doe je ding! Jij weet wat je aankunt en welke weg goed voelt. Soms is eerst het bekende gangpad nodig -die met de zakdoekjes- om daarna los te gaan op het zoete snoep.
En, ter informatie: ‘cool, calm en collected’ was nooit een van je grootste charmes. Laat dat maar over aan anderen die wél cool, calm en collected in hun DNA hebben zitten. Er zijn genoeg mensen met die USP’s, maar zo zit jij nu eenmaal niet in elkaar.
Wanhoop niet. Nee, wacht: wanhoop wel! Ik zal je daar nooit op veroordelen, maar weet dat je sommige dingen wel goed doet. Je belde vandaag een vriendin terug die je nodig had –en aan de telefoon had je het niet eens over jezelf, je ruimde je huis op, las je zoontje voor en je hebt zelfs nog gewerkt.
Het goede nieuws is, lief Leven, dat je ondanks alles nog steeds welkom zult zijn op heel veel plekken. Er zijn heel veel mensen die het nog steeds fijn vinden om je te zien.
Er zijn nog heel veel nieuwe gangpaden te ontdekken, ook buiten de supermarkt.
Jij hoeft de sterren niet te pakken. Ik weet dat je dat nog steeds denkt. Het is oké om een open hand aan te nemen. En de jouwe terug te geven. Echt, Leven, dat is genoeg. Pak die troost, wanneer je maar kunt, en geef troost wanneer jij maar kunt. Die sterren zijn er al miljoenen jaren. Die schitteren ook prima zonder jou, jij hebt ze niet nodig om te kunnen zien.
Je bent grijzer en genuanceerder dan ooit. Zelfs de caissière ziet het: ‘Leven en laten leven’, zegt ze tegen haar kleinkinderen -die nooit luisteren.
Lief leven, je bent nu misschien een puinhoop, maar je wordt langzaamaan wel een prachtige puinhoop.
Grijs is het nieuwe zwart-wit.
En het staat je goed, echt waar.
En grijs is de kleur van de engelen heb ik geleerd ❣️