Omdat je nooit genoeg Griekse vrienden kunt hebben, zijn we afgelopen zomer vrienden geworden met Christos. Christos werkt elke zomer op een van de mooiste stranden van Samos en je komt hem zeker tegen als je ergens tussen mei en oktober op het strand gaat liggen van Tsamadou. Want weer of heel mooi weer: Christos is er elke dag vanaf een uur of acht ‘s ochtends tot een uur of zeven ‘s avonds. Al 25 jaar bezorgt hij de strandgangers met alle liefde een ligbed, parasol en een natje en je droogje. (In ons geval vaker een natje dan een droogje.)
Dit jaar hadden we de vakantie fantastisch gepland: eerst twee weken samen in een luxe hotel en daarna een week met de kinderen, aanhang en mijn broer. Het ontroerde me toen ze eindelijk aankwamen. Ik zag mijn jongste sjouwen met zijn koffer in de aankomsthal. Deze is ongeveer net zo groot als de Albert Heijn op Schiphol dus je vindt elkaar snel. Mijn dochter had net zo goed een senior hostess van Tui kunnen zijn. Zij hield de boel en paspoorten bij elkaar. Haar vriend glimlachte even liefdevol naar haar en de wereld als altijd. Mijn broer vond -zoals altijd- alles prima, en mijn oudste zoon en zijn beste vriend waren op zoek naar de uitgang om ‘eindelijk weer’ te kunnen roken. Het was de uitgang naar de ingang van een week die voor mij zoveel meer betekende dan alleen maar zon, zee en strand.
De jongste sliep bij ons, mijn broer in een appartement op kruipafstand (ook na veel ouzo), de jongens in het stadje verderop en de oudste en haar vriend in het pittoreske Ambelos bovenop de berg. Hoe we iedereen met bagage uiteindelijk op de plekken van bestemming hebben gekregen, is me nu nog steeds een raadsel. Toen we ‘s avonds iedereen, soms bijna letterlijk, op bed hadden gelegd, overviel het me. Dat gevoel van ultiem geluk, mede mogelijk gemaakt door de krekels, de zon van die dag, de sterren van die nacht, Transavia, mijn kinderen en hun vrienden, mijn broer en, natuurlijk: Christos.
De kinderen waren niet meteen heel enthousiast over mijn favoriete plek op het naaktstrand van Tsamadou, maar toen ze er ook de voordelen van inzagen, namelijk bestellen wat je wilt en geen witte streepjes meer, was het helemaal endaxi (dat is Grieks voor ‘prima’). Christos begroet je er elke dag alsof je zijn allerbeste vriend bent. Die ene lievelingsvriend die hij al jaren niet meer heeft gezien: ‘Welcome to paraaaadise!’ De eerste dagen lach je nog wat ongemakkelijk als nuchtere Nederlandse in je blootje en mompel je iets in de trant van ‘eh, ja, goodmorning to you too’. Maar na een flinke hoeveelheid zon, zee, strand en ouzo wordt het allemaal veel makkelijker en beantwoord je zijn matineuze high five alsof het een olympische sport is.
Het strand is een paar kilometer breed en Christos loopt eindeloos op en neer, klaar om weer nieuwe bestellingen op te nemen. Hij belt de bestelling door naar boven, naar het café waar verder nooit iemand zit en langs de hoge rots hebben ze een elektrische goederenlift gemaakt. Christos onthoudt elke bestelling, weet precies hoe je je koffie drinkt, vergist zich nooit en maakt altijd dezelfde grappen. Bestel je jus d’orange? ‘Vitaaaamineeeen!’ Wil je een big bottle of water? Dan wijst Christos naar de zee: ‘there is the big water!’ Cola? ‘One bacardi-cola’. De eerste keer denk je nog dat hij het verkeerd begrepen heeft en verbeter je hem nog: ‘sorry, maar ik wil alleen maar cola…’. De keren dat we de allerlaatsten waren en nog snel wilden betalen voordat de zon onder ging, wuifde Christos ons letterlijk weg: ‘maar jullie zijn er morgen toch weer? Relax! You are in paradise! Tomorrow, my friend, you pay tomorrow!’
Het was de beste vakantie ooit. Ik heb mijn kinderen de meest geweldige plek in Europa laten zien. We hebben gedanst, gegeten, gelachen, gehuild en we hebben gedronken. We laafden ons aan het leven, het echte, pure, Griekse leven op die ene magische plek in Europa waar het Westen zo makkelijk samensmelt met het Oosten. We hadden twee verschillende vakanties in een: een vakantie samen en eentje met de kinderen.
Tijdens de familievakantie leerde ik dat ‘pittoreske bergdorpjes’ vooral heel leuk zijn voor mensen die van pittoreske bergdorpjes houden, maar niet per se voor je dochter van 21. Ik ontdekte dat zonen van achttien toch nog het liefst in de buurt zijn van hun moeder en dat jongetjes van tien overal kunnen slapen, als ze de volgende dag maar horen wie ze naar bed heeft getild toen ze al lagen te slapen.
Maar vooral ontdekte ik dat Christos veel meer is dan alleen maar ‘een ober’ op het strand. Want toen mijn vriendin, tijdens een momentje voor zichzelf de zon in de zee zag zakken, legde hij vaderlijk zijn hand op haar schouder: ‘Ik weet het, ik weet het. Samen op vakantie is relaxen, maar samen met je schoonfamilie en stiefkinderen, dat is een investéring.’
Dit is de tweede column uit de reeks ‘Mensen van Samos’. Lees ook de eerste column
Prachtig, zou er zo heen willen. Nu eerst andere deel lezen :-)
Endaxi!